zijn levensdagen slijten 1.0
de dagen van zijn leven doorbrengen; zijn tijd doorbrengen
Met de bijgedachte aan eentonigheid of inactieviteit.
Algemene voorbeelden
Sommige klokkenluiders zien zich genoodzaakt politiek asiel aan te vragen. Worden veroordeeld tot middeleeuwse gevangenisstraffen. Of moeten zich noodgedwongen verschuilen in ambassades en op enkele vierkante meters hun levensdagen slijten om maar niet door de lange arm van de Egyptische machthebbers in de kraag gevat te worden.
Simeon was een heilige uit het einde van de 4e eeuw die een grote hekel aan zijn medemens had. Om toch maar niet door hen aangeraakt te hoeven worden, bouwde hij een zuil die uiteindelijk 18 m hoog was, waarop hij zijn levensdagen sleet.